Vous êtes ici  ›Home› Dossiers

DE 10 PRIORITEITEN VAN FEBIAC VOOR DE VOLGENDE REGERING (JUNI 2007)

Uittreksel uit het memorandum voor de verkiezingen 2007.

1. Eén stabiel wetgevend kader voor de auto-industrie in België en in de EU

Elk van de beleidsniveaus in ons land neemt initiatieven om het milieu, de mobiliteit en verkeersveiligheid te verbeteren. Bij de omzetting van die doelstellingen in regelgeving, gaat vaak te weinig aandacht naar de langetermijnvisie, naar de harmonisatie tussen diverse maatregelen en beleidsniveaus, naar kosten/baten-analyses en realistische termijnen. Dit betekent nutteloze extra kosten voor de autosector. Dat maakt auto’s onnodig duur voor de koper én het schaadt de concurrentiekracht van onze bedrijven. Een Europees perspectief én een permanente communicatie met de automobielsector zijn doeltreffende manieren om duurzame regels op te stellen en onze industrie daadwerkelijk te ondersteunen.


2. Minder CO2 ? Een gedeelde verantwoordelijkheid.

De nieuwe auto’s die in Europa verkocht worden, zijn al de schoonste en zuinigste ter wereld. En jaar na jaar gaat die evolutie verder. Doordat al heel veel inspanningen zijn geleverd, is het vandaag erg duur en weinig kostenefficiënt om tot een versnelde CO2-reductie te komen louter via motortechnologie. Dat zou nieuwe auto’s fors duurder maken, en dus hun verkoop vertragen en de slagkracht van de autoindustrie in de EU aantasten. Onafhankelijke studies geven onomstotelijk aan dat betere resultaten tegen lagere kost mogelijk zijn via een integrale aanpak: een verdere verbetering van voertuigtechnologie dient ondersteund door een versnelde marktintroductie van alternatieve brandstoffen, een optimalisering van de vervoerinfrastructuur, een milieubewuster autogebruik en rijgedrag, en een CO2-gebaseerde fiscaliteit van voertuigen en brandstoffen.


3. Een autofiscaliteit die schone én zuinige voertuigen werkelijk promoot

De principes van de huidige autofiscaliteit zijn op zijn zachtst gesteld achterhaald en niet langer in relatie met de maatschappelijke objectieven van vandaag en de stand van de technologie. Daarom moet de aankoopbelasting (BIV) en de jaarlijkse verkeersbelasting vervangen worden door een jaarlijkse “eco-belasting” die rekening houdt met zowel de vervuilingsgraad (Europese Euro-normen) als de CO2-uitstoot van de wagen. Deze “eco-belasting” zal zorgen voor een versnelde introductie van nieuwe, schone wagens en een bewuste keuze voor CO2 -armere wagens.


4. Een rationeel en zuinig autogebruik

Chauffeurs hebben verschillende mogelijkheden om de CO2-uitstoot van hun voertuig te beperken: een aangepaste rijstijl (‘Ecodriving’), regelmatig onderhoud van het voertuig, maar ook een rationeler autogebruik, waarbij korte afstanden meer met de fiets of te voet gebeuren en woon-werkverkeer vaker met moto, scooter of openbaar vervoer. FEBIAC vraagt daarom de overheid gerichte informatie- en sensibiliseringscampagnes te voeren die de burger duidelijk maken hoe hij kan bijdragen aan de reductie van de CO2-uitstoot. Bovendien moet meer werk gemaakt worden van het promoten van de complementariteit van elk vervoermiddel. Het verkeer is immers geen conflict tussen individueel en collectief vervoer, maar een harmonieus samengaan ervan; elk met zijn specifieke troeven.


5. Meer vracht met minder trucks

FEBIAC herhaalt haar oproep om een proefproject met 25,25 meter lange vrachtwagens - de zogenaamde Ecocombi’s - op te starten. De voorbije maanden werden terzake heel wat voorstellen ingediend, maar het dossier blijft taboe in ons land. Ook al werd afdoende bewezen dat Ecocombi’s niet onveiliger zijn, wel milieuvriendelijker en de files korter maken. Twee zulke lange trucks, vervoeren immers evenveel vracht als drie gewone. Bovendien optimaliseren ze vooral bestaande goederentrafieken over de weg, die veelal geen alternatief zijn voor spoor of binnenvaart. In Nederland is inmiddels een tweede praktijktest met Ecocombi's met succes afgerond. Over enkele maanden start er een derde fase, met als doel Ecocombi's definitief toe te laten, net zoals in Scandinavië. Waarop wacht België nog? De truck- en transportsector is er alvast klaar voor.

6. Ongevallen- en mobiliteitsanalyse: meten is weten

Om een doeltreffend, coherent en geloofwaardig verkeersbeleid te voeren, is het registreren en analyseren van verschillende ongevalfactoren essentieel. Verkeersongevallen gebeuren door een samenloop van omstandigheden, waarbij zowel mens, voertuig als infrastructuur in meer of mindere mate bijdragen aan het ontstaan, de omvang of de ernst van het ongeval. Wetenschappelijk onderzoek kan de ondersteuning, (bij)sturing en geloofwaardigheid van het verkeersbeleid alleen maar ten goede komen. FEBIAC pleit daarom voor de oprichting van een onafhankelijk, wetenschappelijk en beleidsondersteunend instituut voor accidentologie. Bovendien dient ook het mobiliteitsprobleem in kaart gebracht te worden. Het optimaliseren van onze infrastructuur kan enkel doeltreffend met kennis van deze cijfers en na analyse ervan.

7. Een kwaliteitsvolle verkeersinfrastructuur

België scoort slecht op het gebied van verkeersveiligheid. Dat heeft veel te maken met het gebrek aan kwaliteit, uniformiteit en leesbaarheid van onze wegeninfrastructuur. Jaar na jaar wordt de achterstand ten opzichte van de top in Europa groter omdat ons land te weinig middelen vrijmaakt voor de modernisering en beveiliging van onze wegeninfrastructuur. Nederland, dat wel goed scoort, investeert jaarlijks 4 keer meer. Willen wij de doelstellingen op het gebied van verkeersveiligheid vrijstellen en bovendien de capaciteit van onze wegen optimaliseren om files zoveel mogelijk te vermijden en de logistieke ambities van ons land waar te maken, dan is een verdrievoudiging van de budgetten voor de verkeersinfrastructuur nodig.


8. Verkeersveiligheid: factor mens en voertuig

Tijdens de voorbije legislatuur werden zowel rijopleiding als technische keuring hervormd. Vereenvoudiging en democratisering waren de uitgangspunten. Daarbij werd echter onvoldoende rekening gehouden met de impact op het vlak van verkeersveiligheid. Leren rijden staat nog steeds niet synoniem met leren veilig rijden. Meer zelfs, de opvolging en monitoring van de kandidaten is door de nieuwe regelgeving uitgehold. Ook de technische staat van het voertuig is essentieel voor veilig verkeer. Door de langere intervallen tussen de opeenvolgende controles wordt de autobezitter minder aangemoedigd om de goede staat van zijn voertuig te bewaken. Nochtans zijn regelmatige controles van remmen, lichten, banden etc essentieel om zich veilig door het verkeer te bewegen. Een jaarlijkse controle lijkt ons daarom een minimum.


9. Verplichte inschrijving van bromfietsen klasse B

Bromfietsen zijn zowat de enige motorvoertuigen in ons land die nog steeds niet moeten worden ingeschreven. Hiermee is België één van de zeldzame landen in de EU. De overheid beschikt hierdoor niet over relevante statistieken en mist BTW-inkomsten op voertuigen gekocht in het buitenland. Doordat deze voertuigen nauwelijks te traceren of te volgen zijn, leidt dit vaak tot problemen bij verkeersovertredingen, snelheidscontroles of ongevallen met vluchtmisdrijf.


10. Globale problemen vragen om een gecoördineerde aanpak

Milieu, mobiliteit, veiligheid, fiscaliteit... de kerndossiers die betre ing hebben tot het wegverkeer laten zich niet binden aan de grenzen van onze gewesten. De mobiliteitsproblemen op de Brusselse Ring bijvoorbeeld, vereisen een gecoördineerde aanpak. En zo zijn er tal van voorbeelden te geven: de snelheidsregimes, de aanpak van de fijnstof-problematiek, de autofiscaliteit, het repressiebeleid, de incentives voor schone voertuigen en noem maar op. FEBIAC pleit daarom voor federale werkgroepen ad hoc; voor permanent overleg tussen de betrokken instanties en voor een gelijklopend en supra-regionaal beleid.

Automotive Guide


En savoir plus