Vous êtes ici ›Home› Dossiers
PROFIEL VAN DE EIGENAARS VAN AUTO’S DIE OUDER ZIJN DAN 10 JAAR: UPDATE (MEI 2006)
Eind 2005 heeft FEBIAC Wegener DM opgedragen om een profielanalyse uit te voeren van bezitters van één of meerdere auto’s die ouder zijn dan 10 jaar (en jonger dan 25 jaar), met als referentie de Belgische populatie. Deze studie is eigenlijk een update van degene die eind 2003 gemaakt werd door SOPRES. De resultaten ontkrachten heel wat gevestigde ideeën betreffende de kenmerken van de bezitters van dergelijke auto’s.
Eind 2005 heeft FEBIAC Wegener DM opgedragen om een profielanalyse uit te voeren
van bezitters van één of meerdere auto’s die ouder zijn
dan 10 jaar (en jonger dan 25 jaar), met als referentie de Belgische populatie.
Deze studie is eigenlijk een update van degene die eind 2003 gemaakt werd door
SOPRES. De resultaten ontkrachten heel wat gevestigde ideeën betreffende
de kenmerken van de bezitters van dergelijke auto’s.
In het door Wegener DM uitgekozen representatieve staal van de Belgische bevolking,
bezitten 435.000 huisgezinnen één of meerdere auto’s die
ouder zijn dan 10 jaar. Dit staal vertegenwoordigt bijna 40% van alle huisgezinnen
die een dergelijke auto bezitten.
Met betrekking tot de eigenaars van auto’s die ouder zijn dan 10 jaar
toonde de studie het volgende aan:
De sterkste penetratie van gezinnen die een auto bezitten die ouder is dan
10 jaar, is te vinden in Vlaanderen. Alleen Antwerpen –dat op de kaart
in een lichter blauw is gekleurd –laat een lager percentage optekenen
dan de rest van Vlaanderen.
Ze wonen voor het grootste gedeelte, in totaal 63,9%, in landelijke
gebied (6%), landelijk woongebied (35,4%) en kleine woonkernen (22,5%), waar
de werkloosheidsgraad laag is (<7%). Ze wonen er in eengezinswoningen waarvan
ze eigenaar zijn;
64 % hoort thuis in een inkomensschijf van boven de mediaan
van 19.000 euro, en zit in vergelijking met de totale bevolking verhoudingsgewijs
vaker in de schijven van meer dan 23.000 euro;
Meer dan 80% beschikt reeds over een compacte auto of een gezinswagen. De
auto van meer dan 10 jaar is vaak dus de tweede (gezins-) wagen in het huisgezin.
We kunnen ook opmerken dat ze, in een veel grotere proportie dan de bevolking
in het algemeen, een prestigewagen, een sportieve auto of een 4x4 bezitten.
Meer dan de helft behoort tot de hogere sociale middenklasse (28,4%) de bovenklasse
(15,5%) of zelfs de bevoorrechte klasse (7,7%) van de bevolking.
70% leeft in een gezin waar het gezinshoofd behoort tot een leeftijdscategorie
van boven de 50 jaar;
Wat ten slotte de typologie van de gezinnen betreft, zijn 32% van de eigenaars
van deze auto’s kinderloze koppels van meer dan 45 jaar, en 15,5% koppels
met tieners en/of jongeren die oud genoeg zijn om te mogen rijden.
Wat we uit deze analyse kunnen onthouden, is dat de eigenaars van auto’s
die ouder zijn dan 10 jaar mensen zijn die geen al te groot budget aan hun auto
willen besteden. Ze wonen in landelijke gebieden of landelijke woongebieden
en een meerderheid van hen is eigenaar. Ze hebben een leeftijd bereikt waarop
men het over het algemeen wat rustiger aan kan gaan doen, vooral omdat de meeste
van hen geen kinderen heeft. Auto’s van meer dan 10 jaar zijn voornamelijk
oude compacte auto’s en kleine auto’s met een kleine motor.
De bezitters van auto’s die ouder zijn dan 10 jaar kunnen onderverdeeld
worden in 2 grote categorieën:
- degenen die deze auto zelf gebruiken en ermee rondrijden zonder er veel
aandacht aan te hoeven besteden.
- degenen die hem laten gebruiken door hun kinderen, zodat ze kunnen leren
rijden en/of onafhankelijk kunnen zijn.
Conclusie
De studie bevestigt, net zoals die van 2003 gedaan heeft, dat het – wijdverspreide
– geloof dat huisgezinnen die een auto van meer dan 10 jaar bezitten,
minder bemiddeld zouden zijn, fout is. Een autofiscaliteit die meer rekening
houdt met het economische aspect en die de meest vervuilende auto’s (in
het bijzonder Euro 0 en Euro 1) zwaarder belast, blijkt sociaal aanvaardbaar.
Dat zou een enorme stap vooruit betekenen in de strijd tegen de luchtvervuiling
die wordt veroorzaakt door het wegverkeer. Het aandeel oude auto’s (Euro
0 en Euro 1) in de uitstoot blijft namelijk onevenredig hoog. Ze vertegenwoordigen
minder dan 20% van het aantal km dat wordt afgelegd door benzinewagens, maar
veroorzaken toch 2/3 van de uitstoot van NOx. Bij de dieselwagens hebben ze
een aandeel van 12%, terwijl ze verantwoordelijk zijn voor 24% van de uitstoot
van stofdeeltjes (PM). FEBIAC herhaalt zijn oproep tot een drastische herziening
van de autofiscaliteit en een belasting van de auto’s afhankelijk van
hun milieukenmerken.