Vous êtes ici  ›Home› Dossiers

PARKEVOLUTIE EN -SAMENSTELLING SINDS 1980 (JULI 2005)

Vorig jaar overschreed het Belgische park de kaap van 6 miljoen voertuigen. Eind 2004 telde men 6.070.975 voertuigen, 1,5% meer dan in 2003. Sterkste stijgers waren de lichte bedrijfsvoertuigen (+5,7%) en de motorfietsen (+4,2%). De groei van het autopark bleef onder 1%, net zoals het trekkerspark (+0,3%).

Onder de dalers noteren we de distributie- en zware trucks (resp. -0,8% en -0,2%). De sterke terugval van de minibussen (-9,2%) behoeft enig commentaar: nieuwe voertuigen met hoogstens 8+1 zitplaatsen worden sinds kort beschouwd als personenwagens.

Parkevolutie en -samenstelling sinds 1980

Personenvervoer

Het park bestemd voor personenvervoer –auto’s, motorfietsen, autobussen en -cars –groeide de voorbije kwart-eeuw met 2 miljoen tot bijna 5,2 miljoen eenheden. Het overgrote deel betreft personenwagens en motorfietsen. Het aantal auto’s is sinds 1980 met de helft gegroeid tot 4,8 miljoen, het park van motorfietsen verdrievoudigde tot bijna 330.000. Desondanks is het groeiritme van het autopark over de laatste decennia sterk gedaald: waar het autopark in de jaren ‘60 nog groeicijfers kende van meer dan 10% per jaar, is dat in de jaren ’90 gedaald tot 1,5 à 2%, om de laatste jaren te flirten met de 1%-grens. Het verzadigingspunt lijkt dus in zicht: de automarkt evolueert geleidelijk van een groei- naar een vervangingsmarkt. Het park van autobussen en -cars is de voorbij 25 jaar met een kwart gedaald tot zowat 15.000. De toegenomen individualisering van het verplaatsingsgedrag is hier niet vreemd aan. De laatste jaren zit het collectief personenvervoer echter opnieuw in de lift: het aantal autobussen en –cars is sinds 2000 gegroeid met 5%.

Goederenvervoer

Het park bestemd voor goederenvervoer –bestelwagens, vrachtwagens en trekkers is sinds 1980 meer dan verdubbeld tot bijna 635.000. Het bestelwagenpark verdrievoudigde tot iets meer dan 480.000, terwijl trekkers en zware trucks (boven 16 ton) samen goed zijn voor 87.000 voertuigen, de helft meer dan in 1980. In het middensegment (3,5-16 ton) is het parkvolume sinds 1980 gekrompen van 88.000 tot 65.000 in 2004.

De aandelen van de drie voertuigsegmenten in het goederenvervoer zijn grondig gewijzigd in het voordeel van de lichte voertuigen (tot 3,5 ton): hun aandeel groeide van 50% in 1980 tot 75% in 2004. Het middensegment (3,5-16 ton) zag zijn aandeel zakken van 30% tot 10%, het zware segment van 20% tot 13,5%.

Gemiddeld aantal afgelegde kilometers per voertuigtype (1)

Personenvervoer

Uit opmetingen van de jaarlijks afgelegde kilometers, verzameld door de Belgische technische controlecentra bij bijna 4 miljoen voertuigen, blijkt dat een Belgische personenwagen in 2003 gemiddeld 15.717 km aflegde. Dit cijfer benadert de 15.077 km/jaar (2) die men bekomt uit de verkeerstellingen op het Belgische wegennet, die trouwens enkel rekening houden met de in België gereden kilometers. De jaarkilometrage van auto’s ligt vandaag een derde hoger dan in 1980, maar bleef de laatste vijf jaar opvallend stabiel. Ook naar individueel autogebruik lijkt zich dus een bovengrens af te tekenen. Verder legden collectieve vervoermiddelen zoals autobussen en -cars in 2003 gemiddeld 36.539 km af.

Goederenvervoer

Tot slot leren de metingen in het goederenvervoer dat een bestelwagen in 2003 gemiddeld 19.273 km aflegde, een vrachtwagen 29.093 km en een industriële trekker 92.113 km. De jaarkilometrage ligt in de eerste levensjaren van een voertuig een stuk hoger. Zo overschrijden industriële trekkers de eerste 5 jaar vaak 120.000 km, vrachtwagens halen regelmatig 50.000 km en meer, terwijl bestelwagens goed zijn voor zowat 30.000 km.

(1) Meting van de jaarlijks afgelegde kilometers 2004, Brochure nr 24 – FOD Mobiliteit en Vervoer
(2) Raming voor 2004, FOD Mobiliteit en Vervoer, Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Directie Mobiliteit

Het volledige dossier "Parkevolutie en -samenstelling sinds 1980" downloaden in PDF-formaat.

Automotive Guide


En savoir plus