Vous êtes ici  ›Home› Dossiers

MOTORSPORT BEDREIGD

Liefhebbers van motorsport kunnen haast nergens meer terecht om hun sport te beoefenen. Zowel in Vlaanderen als in Wallonië is de situatie vandaag onhoudbaar geworden. Omdat de wetgeving hieromtrent geregionaliseerd is, bekijken wij beide gewesten afzonderlijk. In dit nummer behandelen we de situatie in Vlaanderen, in een volgende editie komt Wallonië aan de beurt.

Van de 63 oefencircuits die Vlaanderen in 1990 telde, schieten er vandaag nog 4 over; 2 daarvan staan bovendien op het punt om gesloten te worden. Nochtans heeft een onafhankelijk onderzoek aangetoond dat er meer dan 14.000 motorsportliefhebbers zijn die nood hebben hun sport in goede en verantwoorde omstandigheden te beoefenen. De Vlaamse overheid legt het behoeftenonderzoek echter naast zich neer. Op basis van dit objectieve onderzoek - dat de Vlaamse overheid zelf heeft besteld ! – blijkt dat er nood is aan minimaal 20 permanente oefenterreinen.

FEBIAC en het Forum Gemotoriseerde Sporten Vlaanderen trekken aan de alarmbel omdat de VLAREM-milieuwetgeving opnieuw strenger wordt zonder rekening te houden met de sportsector. Wij bespraken deze onhoudbare toestand met viervoudig wereldkampioen Joël Smets; ook hij vreest voor het voortbestaan van de motorsport.

Forum Gemotoriseerde Sporten Vlaanderen

De laatste jaren hebben allerlei wetten het voortbestaan van gemotoriseerde sporten bemoeilijkt, zowel op het vlak van ruimtelijke ordening als met milieuwetgeving. Om deze sportdisciplines leefbaarheid, rechtszekerheid en bestaanszekerheid te bieden, is het Forum Gemotoriseerde Sporten Vlaanderen opgericht in 1999. Bekende sportmensen zoals Joël Smets, Marnicq Bervoets, Freddy Loix, Patrick Snijers en Bas Leinders stonden mee aan de doopvont. Het Forum is een smeltkroes van federaties, organisatoren van wedstrijden, circuituitbaters, topsporters en supporters. De belangrijkste doelstelling van het Forum is het pleidooi voor een verzekerd voortbestaan van alle gemotoriseerde sporten. Iedereen is ervan overtuigd dat er een goed evenwicht moet bestaan tussen enerzijds sport en anderzijds natuur en landschapszorg.

Daarom denkt het Forum aan polyvalente sportterreinen, waar naast gemotoriseerde sporten ook andere natuurgebonden sporten een thuis kunnen vinden.

Het Forum Gemotoriseerde Sporten Vlaanderen vraagt de overheid rechtszekerheid en bestaanszekerheid door:

  • de nodige locaties te voorzien met een wettelijke vergunning;
  • een wettelijk kader te scheppen waarbinnen de gemotoriseerde sporten de kans krijgen om hun vooraanstaande rol te blijven spelen op lokaal, regionaal en internationaal niveau;
  • een degelijk jeugdbeleid te ontplooien. België is bijvoorbeeld het enige land ter wereld waar men onder de leeftijd van 15 jaar niet mag deelnemen aan motorsportwedstrijden.

Interdepartementale Werkgroep Gemotoriseerde Sporten Vlaanderen

Onder impuls van BLOSO en het Forum werd op 17 februari 2000 de Interdepartementale Werkgroep Gemotoriseerde Sporten Vlaanderen (IWGSV) opgericht met de ministers van Sport, Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening. In deze werkgroep zitten kabinetsmedewerkers, de Verenigde Vlaamse Provincies, het Forum Gemotoriseerde Sporten Vlaanderen, natuurverenigingen (vzw Bond Beter Leefmilieu en vzw Natuurreservaten), de Administratie Ruimtelijke Planning – AROHM – natuur en de Administratie Leefmilieu – AMINAL – natuur. De Werkgroep stelt criteria op waaraan permanente en polyvalente sportomlopen moeten voldoen en doet voorstellen aan de provinciebesturen voor de uiteindelijke selectie van de sportterreinen. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de bevoegde ministers. Per provincie wordt een sub-werkgroep opgericht.
Die maakt in een eerste fase een gedetailleerde inventarisatie van de bestaande terreinen (legale en illegale) met aandacht voor de geografische ligging, inplanting in gewestplannen, VLAREM-milieuwetgeving en juridische situatie. In een volgende fase doen de provinciale sub-werkgroepen suggesties voor mogelijke locaties voor sportcircuits.

Het behoeftenonderzoek

Het ministerie van Leefmilieu heeft bovendien een onafhankelijk onderzoek geëist naar de nood aan dergelijke polyvalente sportterreinen in Vlaanderen. Dit behoeftenonderzoek moest als basis dienen voor de evaluatie van de voorgestelde locaties door de provincies.
De twee doelstellingen van het behoeftenonderzoek waren:

  • de inventarisatie van de beoefening van gemotoriseerde sporten en hun toekomstige noden;
  • de bepaling van de behoeften op het vlak van infrastructuur (over een periode van 10 jaar), en het formuleren van aanbevelingen over geogra fische spreiding en exploitatievormen.

Via een openbare aanbesteding werden hiertoe onafhankelijke onderzoeksbureaus en universiteiten aangeschreven. Unaniem wordt beslist dat de opdracht wordt toevertrouwd aan het Economisch en Maatschappelijk Studie- en Adviesbureau WES. Het WES-onderzoek werd eind augustus 2001 afgesloten en bevestigt een grote nood aan permanente circuits.

In Vlaanderen zijn:

  • 15 actieve motorsportfederaties;
  • meer dan 249 officiële clubs, aangesloten bij een van de 15 federaties;
  • meer dan 9.000 sportbeoefenaars die in 2000 via de 15 federaties aan wedstrijden hebben deelgenomen (gemeten op basis van vergunningen);
  • ongeveer 5.000 recreanten, niet aangesloten bij een federatie of club;
  • in totaal dus meer dan 14.000 sportbeoefenaars.
Op basis van deze objectieve gegevens is er in de vijf Vlaamse provincies samen nood aan minimaal 20 permanente terreinen waarop tijdens werkdagen geoefend kan worden; dit in samenspraak met de plaatselijke overheid. Daarnaast is het ook absoluut noodzakelijk dat 'gelegenheidsterreinen', waarop een plaatselijke club jaarlijks 1 tot max. 3 wedstrijden organiseert, behouden blijven. Dit conform de Ministeriële Omzendbrief RO 99/01 van 31/07/'97 van minister van Ruimtelijke Ordening, Steve Stevaert. Ondanks duidelijke afspraken om deze resultaten begin oktober 2001 te bespreken op de Interdepartementale Werkgroep Gemotoriseerde Sporten zijn er tot op heden nog geen verdere concrete stappen ondernomen. De sportwereld vreest dat al het geleverde werk, inclusief het behoeftenonderzoek, naar de prullenmand wordt verwezen.

Op het symposium van '10 jaar VLAREM-wetgeving'(05/12/01) is dit voorgevoel helaas bevestigd.

De VLAREM-wetgeving wordt opnieuw strenger waardoor motorsportbeoefening in Vlaanderen onmogelijk wordt. De mening van de sportsector werd niet eens gevraagd. De gemotoriseerde sport in Vlaanderen worden dood geknepen. Vandaar onze noodkreet om deze sport leefbaar te houden door haar rechtszekerheid en bestaanszekerheid te bieden.

Wij vragen daarom dat:

  • de Ministeriële Omzendbrief RO 99/01 van 31 juli 1997 van toenmalig minister van Ruimtelijke Ordening Steve Stevaert in wet wordt omgezet,
  • er een positief gevolg wordt gegeven aan het WES- behoeftenonderzoek, het constructieve werk van de provinciale sub-werkgroepen en de Interdepartementale Werkgroep Gemotoriseerde Sporten Vlaanderen,
  • zowel de VLAREM-milieuwetgeving als de wetgeving in verband met ruimtelijke ordening rechtszekerheid en bestaanszekerheid zou garanderen voor de sportdisciplines.

De mening van Joël Smets:

'Het gebrek aan oefenterreinen is echt wel levensbedreigend voor de motorsport. Vroeger kon ik thuis mijn motor starten, reed ik drie kilometer door het bos en ik was op het circuit. Wij weten als sporters ook wel dat zoiets niet meer kan. Er moeten wetten en spelregels zijn. Maar de jonge crossers zitten wel met een groot probleem: waar nog trainen. Het aankomend talent Steve Ramon bijvoorbeeld, woont op een plaats waar uren in de omtrek geen circuit is te vinden. Je moet je eens inbeelden dat je wil voetballen en dat je twee uur moet rijden om een voetbalveld te vinden. Als dat zo zou zijn, zou er in België niet veel meer gevoetbald worden. Ramon moet naar Frankrijk of Nederland. Ook als ik wil gaan trainen op een hard circuit, moet ik naar het buitenland want in België zijn er vooral zandpistes. Als profrijders kunnen wij ons dat transport veroorloven. De jonge motorrijder die cross als hobby heeft, zit wel in de problemen. Probeer je ouders maar eens te overtuigen twee uur voor de hobby te rijden op weg naar een geschikt terrein. Regelmatige training is een noodzaak. Het is nog een wonder dat de Belgische motorsport op zo'n hoog niveau staat. Maar voor hoe lang nog?'


Automotive Guide


En savoir plus