Vous êtes ici ›Home› Dossiers
AUTOMOBIELSECTOR EN AUTOMOBIELCLUBS OP ÉÉN LIJN OVER VERKEERSVEILIGHEID
Gezamenlijk standpunt van de automobielclubs KACB, TOURING en
VAB en de automobielfederaties FEBIAC en FEDERAUTO aangaande de
thema’s besproken in de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid.
Verkeersveiligheid heeft vandaag prioriteit op de politieke agenda.
Bij de publieke zitting van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid
(SGVV) kwamen de bevoegde ministers de bevindingen van de werkvergadering
bijtreden en hun actieplan voorleggen. Ontegensprekelijk een belangrijk
politiek signaal.
Tegelijk met de werkzaamheden van de Staten-Generaal echter, worden
in de ministerraad een resem voorstellen goedgekeurd die op hun
beurt het verkeer veiliger moeten maken. En ook vanuit diverse politieke
partijen worden bij de vleet aanvullende voorstellen geopperd. Wij
kunnen moeilijk anders dan dit interpreteren als een ondermijning
van het mandaat dat aan de Staten-Generaal was toegekend. De politiek
lijkt het voortouw te willen nemen op de conclusies en aanbevelingen
die in de SGVV worden aangereikt. Omdat dit het bestaan en de autoriteit
van de vergadering in vraag stelt, wensen de automobielclubs en
- federaties los van de SGVV hun standpunten en inzichten aangaande
enkele van de geopperde maatregelen toe te lichten.
|
Snelheidslimieten en -regimes |
|
|
|
De ondertekenaars van deze tekst zijn voorstander van
het behouden van de actuele snelheidslimieten en –regimes. Omdat snelheidslimieten
vandaag vaak niet worden nageleefd, en vooral omdat uniformiteit in
het beleid ver te zoeken is, stellen wij een wegenaudit en wegencategorisering
prioritair. De inventarisering en categorisering van het wegennet
moet het uitgangspunt vormen van een rationeel een realistisch snelheidsbeleid.
De basis moet daarbij blijven 50 km/u in de bebouwde kom; 90 km/u
daarbuiten; 120km/u op de snelweg. Afhankelijk van de aard van de
infrastructuur, de omgeving en de menging van gemotoriseerd met niet-gemotoriseerd
verkeer, kunnen deze normen worden verlaagd of verhoogd. Bij een verlaging
van de maximumsnelheid is een aanpassing van de infrastructuur en
het wegbeeld aangewezen om bij de weggebruikers automatisch een aangepast
rijgedrag te genereren. Een veralgemening van de verlaagde snelheden
30 en 70 is o.i. een verkeerd uitgangspunt.
|
|
|
De weggebruiker moet bij het binnenrijden van een zone waar om
veiligheidsredenen trager moet gereden worden, steeds weer het besef
hebben een gevoelig gebied binnen te rijden. Hij moet met andere
woorden geattendeerd worden op het mogelijke gevaar. Het overaanbod
aan wegen met deze zeer lage snelheden - dat onvermijdelijk zal
ontstaan door de laagste snelheid als norm te nemen - zal dit waarschuwingseffect
ongedaan maken en zal bovendien niet kunnen rekenen op een voldoende
hoge naleving.
|
Controle en repressie |
|
|
|
Op gevaarlijk en asociaal verkeersgedrag moet meer gecontroleerd
worden. De objectieve en subjectieve pakkans moet omhoog. Wie echt
over de schreef gaat, moet weten dat zulk gedrag onmiddellijk bestraft
wordt. Wij pleiten voor meer en beter gerichte controles op gevaarlijke
plaatsen of zones. Wie bestraft wordt, moet bovendien overtuigd worden
dat deze bestraffing terecht is; informatie verstrekken kan de geloofwaardigheid
en de aanvaarding van controles verhogen en recidive indijken.
Wie controles zegt, zegt boetes. Het plan om de boetes zeer sterk
op te drijven, kan geenszins op onze instemming rekenen. Niet de hoogte
van de boete, maar wel de kans om beboet te worden, is belangrijk
om een beter verkeersgedrag te genereren. Bovendien is het huidige
systeem al behoorlijk streng en worden de voorziene maximumstraffen
zelden uitgesproken. De invoering van draconische geldboetes zal leiden
naar een systeem van regels die niet toegepast worden. |
Dergelijke symptoombestrijding is recies de kwaal waar
onze verkeersveiligheid nu al onder lijdt. Alternatieve, gedragsveranderende
straffen moeten meer aandacht krijgen. Administratieve afhandeling
van boetes moet de efficiëntie en de geloofwaardigheid van het handhavingsbeleid
verhogen, voor zover de mogelijkheid blijft bestaan deze voor de rechtbank
te betwisten. |
Vorming en sensibilisering |
|
|
|
Controle en repressie zijn onlosmakelijk verbonden
met vorming en sensibilisering. Het gaat niet op iemand te straffen
voor fouten in het verkeer indien niet alle middelen aangereikt worden
om zich te ontwikkelen tot een goed geïnformeerd en in de praktijk
geschoold verkeersdeelnemer. Mobiliteit is essentieel; elk individu
heeft het recht op de best mogelijke manier aan deze mobiliteit deel
te nemen. Wij pleiten daarom voor een hervorming van de rijopleidingen,
waarbij het educatieve aspect voorrang geniet. Het rijbewijs moet
een rijcontract worden, met rechten, plichten en verantwoordelijkheden;
en met de mogelijkheid tot een permanente vorming die de gevoeligheid
van elkeen voor een veilig verkeer verhoogt. De door de SGVV voorgestelde
maatregelen aangaande het invoeren van een ‘rijbewijs op proef’ voor
beginnende (en niet enkel jonge) chauffeurs, en de doelstellingen
aangaande de attitudewijzigingen ivm. alcohol en gordeldracht lijken
ons daarbij essentiële uitgangspunten om te komen tot de veelbesproken
mentaliteitswijziging die de eerste aanzet is tot een veilig verkeer.
|
|
|
|
|
|
|