Vous êtes ici ›Home› Dossiers
MOTORRIJDERS IN DE WEGINFRASTRUCTUUR (NOVEMBER 2005)
Motorrijders zijn bijzonder kwetsbaar in het verkeer. Defensief of preventief rijden is voor motorrijders letterlijk van levensbelang. Wie een gemotoriseerde tweewieler bestuurt, moet er op kunnen rekenen dat hij zich niet hoeft te bekommeren om de staat van het wegdek en dat hij al zijn aandacht kan toespitsen op het overige verkeer. Om hieraan tegemoet te komen is op vraag van Febiac en diverse motorrijdersverenigingen die samen lid zijn van MotorCycle Council, de brochure 'Aandacht voor motorrijders in de weginfrastructuur' tot stand gekomen.
De brochure 'Aandacht voor motorrijders in
de weginfrastructuur', die is uitgegeven door het Belgisch
Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV), geeft concrete en praktische
informatie aan wegbeheerders om weginfrastructuur veiliger te ontwerpen,
vanuit het standpunt van de motorrijders. De grote bijdrage van de brochure
ligt in het feit dat veilige wegen voor motorrijders ook een volledige
garantie voor de verkeersveiligheid van andere weggebruikers inhoudt.
Het aantal ongevallen met motorrijders is in de periode van 1995 tot
2001 nagenoeg constant gebleven, terwijl het aantal geregistreerde motorfietsen
jaarlijks met meer dan 5% steeg. Ondanks de stijging van het park en het
gestegen aantal afgelegde kilometers per jaar en per motorrijder, steeg
het aantal ongevallen niet. Toch blijft motorrijden niet zonder gevaren.
5,5% van de motorfietsongevallen gebeurt op autosnelwegen, 52,3% op gewesten provinciewegen en 42,2% op gemeentewegen. 53% gebeurt binnen de bebouwde
kom en 39% op kruispunten. Meer dan 21% van de ongevallen met doden of
zwaargewonden komt tot stand na aanrijding met een obstakel, zoals verlichtingspalen, vangrails en grachten.
|
De brochure 'Aandacht voor motorrijders
in de weginfrastructuur' onderzoekt de oorzaken van
gevaar of ongemak voor motorrijders en biedt praktische oplossingen.
Hierbij staan vier basisprincipes voor een goede weginrichting voorop:
goede grip onder alle weersomstandigheden, leesbare weginformatie
waardoor de motorrijder zijn rijgedrag kan aanpassen, een goede
wederzijdse zichtbaarheid en een zo klein mogelijk gevaar voor botsingen
tegen hindernissen.
Deze principes hebben in de eerste instantie betrekking op de gemotoriseerde
tweewielers, maar zijn ook volledig van toepassing op andere weggebruikers.
|
Een motorfiets moet zo veel mogelijk grip hebben op de rijbaan. Het raakoppervlak
bestaat immers slechts uit twee kleine vlakken. Ook bij het remmen is
een goede grip onontbeerlijk. Daarom is de aard en de staat van het wegdek
zeer belangrijk. Vooral gladde wegmarkeringen kunnen motorrijders in moeilijkheden brengen. Een degelijk onderhoud moet vermijden dat vervormingen
en slijtage van het wegdek (gaten, verzakkingen, groeven) motorrijders
kunnen verrassen en uit evenwicht brengen.
De wegen moeten ook 'leesbaar' zijn. Het snelheidsregime,
de breedte van de rijbaan, de materiaalkeuze moeten overeenstemmen met
de bebouwing, de frequentie van kruispunten, enz. Voor een betere wederzijdse perceptie tussen de motorrijders en andere weggebruikers moeten
zichtbeperkende elementen (vegetatie, verticale signalisatie) vooral in
bochten en op kruispunten vermeden of verwijderd worden.
Het aantal obstakels op of naast de rijbaan moet zo beperkt mogelijk
zijn. De obstakels moeten zo ontworpen zijn dat de motorrijders ze door
een noodmanoeuvre kunnen ontwijken en de ernst van de verwondingen beperkt
blijft als men er toch zou tegen rijden. Denken we hierbij bijvoorbeeld
maar aan vangplanken die de onderzijde van vangrails afschermen en verhinderen
dat men tegen de dwarse bevestigingspalen botst.
Door de toename van de gemotoriseerde tweewielers moet er in het mobiliteitsbeleid
en bij de (her-)aanleg van onze wegen meer rekening gehouden worden met
deze weggebruikers. Febiac vraagt aan de overheden op de diverse niveaus,
de wegbeheerders dus, om bij het onderhoud en het ontwerp van nieuwe of
te vernieuwen weginfrastructuur actief rekening te houden met de diverse
aanbevelingen uit de brochure 'Aandacht voor motorrijders in de weginfrastructuur'. Nog te vaak tekent een ontwerper of plannenmaker met
de auto als uitgangspunt. Het is duidelijk dat motorrijders op die manier
met heel wat 'hindernissen' te maken krijgen. Ontwerpers moeten
zich kunnen inleven in élke weggebruiker (vrachtwagen-en autobestuurder,
motorrijder, bromfietser, fietser, voetganger) om tot een integraal veilig
ontwerp te komen. De wegbeheerder kan de veiligheid van de motorrijders
verbeteren, zonder dat de andere weggebruikers hiervan nadeel ondervinden.
Integendeel, vaak hebben alle weggebruikers er baat bij.
De brochure 'Aandacht voor motorrijders in
de weginfrastructuur' kan bekomen worden bij het BIVV.