Vous êtes ici ›Home› Dossiers
FISCALE OPBRENGST VAN VOERTUIGEN IN 2004 (JULI 2005)
Op 1 januari 2005 beantwoordde 17,1% van het Belgische personenwagenpark niet aan de minst strenge emissienorm, Euro 1, die verplicht werd voor nieuwe auto’s vanaf 1 januari 1993. Deze voertuigen veroorzaken een zeer belangrijk deel van de luchtvervuiling.
De opeenvolging van milieunormen maakt een ideale pro-actieve politiek mogelijk
om permanent de verjonging van het wagenpark te stimuleren. Namelijk door de
taxatie te moduleren volgens een ‘milieuheffing’of een ‘milieubonus’.
Fiscale opbrengst van voertuigen in 2004
Voor 2004 wordt het bruto bedrag aan fiscale inkomsten uit de verkoop, het
gebruik en het onderhoud van voertuigen op 11,56 miljard euro geschat. Een toename
met 7,1% in vergelijking met 2003! De tabel hieronder geeft een overzicht van
de verschillende inkomstenposten en recettes die ermee verband houden.
C02-incentives
Voor de aankoop van een nieuwe auto die minder dan 105 gram CO2 per kilometer
uitstoot, wordt sinds 1 januari 2005 een belastingvermindering van 15% van de
aankoopprijs toegekend, met een maximum van € 4.080. Voor de aankoop van
een voertuig dat tussen 105 en 115 gram CO2 per kilometer uitstoot, is de belastingvermindering
gelijk aan 3% van de aankoopprijs met een maximum van € 750.
Deze maatregel heeft bij FEBIAC verschillende commentaren en vragen opgeroepen:
- Het fiscale voordeel wordt pas voelbaar in 2007. Bovendien betreft deze
maatregel slechts ongeveer 18.000 voertuigen of amper 3,8% van de totale inschrijvingen
van personenwagens.
- De drempelwaarden houden geen enkel verband met de Europese politiek inzake
CO2. Het is dus erg onwaarschijnlijk dat de constructeurs hun modellen zullen
afstemmen op de Belgische fiscale regels.
- Enkel voertuigen met beperkte cilinderinhoud kunnen van deze fiscale incentives
genieten. De consument die nood heeft aan een groter voertuig (en dus een
grotere cilinderinhoud) wordt om die reden dus niet gestimuleerd om het zuinigste
voertuig uit de categorie te kiezen.
- Enkel particulieren kunnen van deze fiscale reductie genieten. Dit terwijl
in 2003 46,3% van de nieuwe auto’s werd ingeschreven op naam van een
bedrijf.
- De maatregel zet eigenaars van vervuilende voertuigen niet aan om dit in
te ruilen voor een schoon voertuig.
- De notie ‘schoon voertuig’wordt verengd tot die van ‘zuinig
voertuig’, zonder rekening te houden met andere polluenten.
Hoe kan men, rekening houdend met al deze beperkingen, hiervan een positieve
invloed op het milieu verwachten?
Bedrijfswagens
Vanaf 1 januari 2005 is een solidariteitsbijdrage in hoofde van de werkgever
verschuldigd wanneer die direct of indirect een voertuig (personenwagen of licht
vrachtvoertuig van minder dan 3,5 ton) ter beschikking stelt voor andere dan
strict professionele doeleinden. Deze heffing wordt berekend op de uitstoot
van CO2, en dit volgens volgende formule (in € per jaar):
- Benzine(CO2 in g/km x 9)-768
- Diesel (CO2 in g/km x 9)-600
- LPG (CO2 in g/km x 9)-900
Dit alles met een minimum van € 250 en zonder maximumbedrag.
Deze maatregel moet de Staat 225,8 miljoen euro opbrengen. Het spreekt dat
FEBIAC zich hevig heeft verzet tegen deze maatregel die eens te meer de last
op de automobiel in ons land komt verzwaren. Bovendien is een te vrezen gevolg
een ‘downsizing’van het automobielpark. Dit heeft dan weer een omzetvermindering
tot gevolg voor automobielbedrijven, leasingmaatschappijen enzo meer. Met andere
woorden: een nefast effect op onze economische situatie. De auto blijft de fiscale
melkkoe van de Staat. Met inkomsten die boven 11,5 miljard euro pieken - +7%
in één jaar tijd – en met bovendien nieuwe lasten op bedrijfswagens,
wordt de fiscale last op mobiliteit en verkeer jaar na jaar groter. Dit blijft
niet zonder gevolgen voor onze economie en welvaart. Bovendien blijken fiscale
incentives doekjes voor het bloeden met een niet eens meetbaar positief effect
op het leefmilieu.
Het
volledige dossier "Fiscale opbrengst van voertuigen in 2004" downloaden
in PDF-formaat.