Vous êtes ici ›Home› Dossiers
DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN: EEN EVALUATIE (12/2003)
De nieuwe regering kondigt maatregelen aan die de automobielsector betreffen. Gezien het enorme economische belang van deze sector is dat niet ongewoon. Zeker nu de automobielmarkt moeilijke tijden doormaakt, kan de sector extra zuurstof zeer goed gebruiken. Het aangekondigde fiscale principe om niet zozeer het bezit maar wel het gebruik van voertuigen te belasten, kan op onze steun rekenen; er zijn echter een aantal aspecten in het voorstel waar wij het grootste voorbehoud over maken.
De forse en jaarlijkse accijnsverhoging, voorzien tot in 2007, wordt slechts
gedeeltelijk en met vertraging opgevangen door de afschaffing van de inschrijvingstaks
en de accijnscompenserende belasting. Voor de verbruiker zal dit alles ontegensprekelijk
een verhoging van de fiscale druk tot gevolg hebben, zoals blijkt uit volgende
tabel.(Inkomsten door de hervormingen die door de Regering werden beslist).
Men schermt met de doelstellingen van Kyoto om een accijnsverhoging te rechtvaardigen.
Nochtans hebben forse stijgingen van de brandstofprijzen in het jaar 2000 niet
geleid tot verminderd autogebruik. Daarvoor zijn eerst volwaardige alternatieven
nodig. De aanslepende perikelen rond het Gewestelijk Expresnet (GEN) en de Belgische
Spoorwegen bewijzen dat we daar nog lang niet aan toe zijn. Daarom zijn wij
ervan overtuigd dat een accijnsverhoging geen noemenswaardige bijdrage zal leveren
tot het behalen van de Kyoto doelstellingen.
Daarenboven heeft de automobielindustrie reeds in voldoende mate én
met succes bewezen dat zij de strijd tegen het broeikaseffect als een absolute
prioriteit beschouwt.
In dit verband is de diesel een perfect voorbeeld: de CO2-emissie van nieuwe wagens
die deze brandstof gebruiken gaat van 180 g/km in 1995 tot 156 g/km in 2002 of
een verlaging met 13,3%.
(Respectievelijk van 192 g/km naar 170 g/km voor benzine, of –11,5%). Het
is dan ook betreurenswaardig dat precies de diesel bestraft wordt wanneer het
er op aankomt de doelstellingen van Kyoto te bereiken.
Daarnaast zijn wij er van overtuigd dat een grondige herziening van de autofiscaliteit
zich meer dan ooit opdringt. Dit is inderdaad mogelijk, zoals voorzien in het
regeerakkoord, door een samenwerkingsovereenkomst tussen de gewesten met het
oog op een modulering van de vaste belastingen in functie van milieucriteria
(EURO-normen).
Op 1 januari 2003 beantwoordde 25% van het totale park van voertuigen in België,
zelfs niet aan de EURO 1-norm. En het is bewezen dat deze voertuigen 70% van
de vervuiling (HC, CO, NOx) veroorzaken.
Wij pleiten, sinds jaren, voor een afschaffing van de BIV en een volledige herziening
van de inschrijvingstaks met een neutraal effect op de globale budgettaire toestand.
Hiervoor deden wij in het verleden reeds een aantal voorstellen.
Wij herhalen onze bereidheid tot samenwerking om concrete maatregelen op punt
te stellen aangaande de hervorming van de automobielfiscaliteit. Eens te meer
hopende dat, indien maatregelen worden ingevoerd, dat gebeurt na een voorafgaand
overleg met de sector.