Inspelen op de mobiliteitsvraag |
|
|
Mede door de groeiende mobiliteitsproblemen is het aandeel van
zowel scooters als motoren in het dagelijkse verkeer flink toegenomen.
Scooters zijn niet alleen leuk, handig en trendy; het zijn ook uitstekende
vervoermiddelen voor onbezorgd woonwerkverkeer zonder parkeerproblemen.
Uit ervaring blijkt dat een scooter iedereen weet aan te spreken,
zowel jong als oud, man en vrouw, ongeacht de functie in het beroepsleven.
Tot voor kort werden motorfietsen vooral tijdens zonnige weekends
uit de garage gerold. Vandaag gebruiken steeds meer motorrijders
hun machine bewust als functioneel vervoermiddel tijdens de week,
ook als het geen motorweertje is.
|
|
|
Erg opvallend bij een actuele marktanalyse is het succes van het nieuwe
segment van de maxi-scooters. Dat zijn gemotoriseerde tweewielers die
het gebruiksgemak van een scooter combineren met het comfort, de 'souplesse'
en de veiligheidsvoorzieningen van een middenklasse toermotor. De motivatie
voor de aankoop heeft vaak te maken met de nood aan vlotte verplaatsingsmogelijkheden.
Het groeiende tweewielergebruik hoeft niet te verbazen. De tijdwinst in
spitsverkeer is aanzienlijk, en bovendien besparen gebruikers van gemotoriseerde
tweewielers op hun verplaatsingsonkosten door een laag benzineverbruik
en een aangepast fiscaal regime.
Aangepaste voorzieningen
Maar ook steden en gemeenten hebben baat bij een ruimer gebruik van scooters
en motoren. De tweewielers verminderen de verkeersdrukte, beantwoorden
vandaag de dag (mede door hun laag verbruik) aan stringente emissienormen,
en houden de stad bereikbaar en leefbaar. Ze leggen bovendien weinig beslag
op de schaarse parkeerplaatsen. Dat wil niet zeggen dat gemotoriseerde
tweewielers eender waar kunnen gestald worden, dat kan bijvoorbeeld voetgangers
flink hinderen. Steden en gemeenten zouden daarom specifieke parkeerfaciliteiten
moeten voorzien. In een ideaal scenario zou op termijn minstens 5%van
de beschikbare parkeerplaatsen moeten voorbehouden en ingericht worden
voor motorfietsen. De inplantingsplaatsen van motorstallingen moeten zeker
ook zorgvuldig bepaald worden, het liefst in een drukke omgeving waar
de sociale controle groot is, goed verlicht en dicht bij het handelscentrum.
De ondergrond moet vlak en stevig zijn. De motorfiets moet met een ketting
of een ander type slot aan de stalling (of ankerpunt in de grond) verankerd
kunnen worden. Het risico op diefstal is immers niet gering en wordt stilaan
een echte hypotheek op het succes van deze voertuigen. Motoren hebben
een grote waarde en kunnen door hun geringe omvang en gewicht gemakkelijk
in een bestelwagen geladen worden. Naast de stalling kunnen kastjes voorzien
worden om de helm en veiligheidskledij veilig op te bergen. Zo heeft de
motorrijder tijdens het shoppen de handen vrij en vindt hij zijn helm
veilig terug.
Een eigen blik op de weg |
|
|
Naast het gevaar voor diefstal en het gebrek aan geschikte parkeerplaatsen
maken motorrijders zich zorgen over hun eigen kwetsbaarheid, de
staat van het wegdek en andere aandachtspunten die belangrijk zijn
voor veilig tweewielergebruik. Wegbeheerders en (lokale) overheden
moeten begrijpen dat motorrijders een hele reeks andere problemen
ervaren in het verkeer dan automobilisten. Tweewielers zijn een
aparte klasse van weggebruikers. Elke beleidsbeslissing zou ook
door de bril van de motorrijder moeten worden bekeken; wat tot op
heden slechts zelden gebeurt. Veel politici durven tweewielergebruik
niet aanmoedigen uit vrees voor een overeenkomstige toename van
het aantal ongevallen. Mits flankerende maatregelen is deze vrees
echter ongegrond.
|
|
|
De staat van het wegdek is heel belangrijk voor motorrijders. Het
contactoppervlak van de tweebanden is niet groter dan een paar luciferdoosjes.
Een motorrijder kan zijn evenwicht verliezen. Steden en gemeenten
zouden regelmatig hun wegen moeten reinigen. Losliggende steentjes,
modder, natte bladeren leveren slipgevaar op. Ook na elk ongeluk
moeten alle brokstukken grondig opgeruimd worden. Olie - en dieselplekken
zijn vaak gevaarlijker dan ijzel. Door regelmatige controles van
het wegdek in de buurt van benzinestations kunnen gevaarlijke situaties
vermeden worden. Motorrijders kunnen de controle over hun stuur
verliezen door onvoorziene putten en vervormingen van het wegdek.
Elke verkeersdrempel is een potentieel gevaar indien onvoldoende
aangeduid en verlicht.
|
Bovendien zijn er nog heel wat drempels die niet voldoen aan de opgelegde
normen. Andere verkeersremmers zoals bloembakken zijn vaak onvoldoende
aangeduid. Bij ongevallen maken motorrijders vaak een schuiver over de
rijbaan. Mits goede kledij kan zo'n schuifpartij zonder ernstige gevolgen
aflopen; tenminste als de motorrijder onderweg niet tegen andere voorwerpen
botst. Daarom zouden wegbeheerders moeten vermijden om verkeerssignalisatie
te dicht tegen de rand van de rijweg te plaatsen, zeker in bochten. Na
herstellingswerken aan het wegdek is de bovenlaag vaak oneffen. Nog erger
zijn de herstellingen met pek. Pek heeft een veel lagere wrijvingsweerstand
dan asfalt. Dit kan problemen opleveren bij een remmanoeuvre. Daarenboven
wordt pek bij regenweer spekglad. Ook deksels van rioolputten worden glibberig
in slechte weersomstandigheden. Een toplaag met een ruw soort materiaal
is de oplossing. Bij het ontwerp van nieuwe wegen kan men vermijden dat
de inspectiedeksels aangelegd worden in bochten waar die een nog groter
gevaar voor motorrijders betekenen. Elke motorrijder kan beamen dat wegmarkeringen
problemen kunnen opleveren. Bij nat weer is elke streep glad. Er bestaan
nochtans bepaalde verfsoorten die een betere weerstand bieden. Wegmarkeringen
worden telkens overschilderd. O termijn maakt deze dikkere laag verf het
wegdek ongelijk. Hoe slechter de kwaliteit van het wegdek, hoe beter de
motorrijder de weg voor zich in de gaten moet houden en minder rekening
kan houden met andere weggebruikers.
|
|
Motorrijders stellen heel wat eisen aan het wegdek. Daar tegenover
staat dat motoren door hun lichte gewicht (cfr. spoorvorming) geen
schade aan het wegdek toebrengen. Uit een rapport van FEMA (Federation
of European Motorcyclists' Associations) in opdracht van de Europese
Commissie is gebleken dat 10 tot 15% van de dodelijke ongevallen
onder motorrijders te wijten is aan vangrails. Alle nieuwe ontwikkelingen
en verbeteringen aan vangrails worden gepubliceerd op http://www.fema.nl/;
beslist een bezoek waard.
|
|
Het goede voorbeeld
Het voorbije jaar hebben al twee provincies het voortouw genomen om de
groeiende groep motorrijders te begeleiden en te steunen. De andere provincies
zouden deze goede voorbeelden kunnen volgen. Met steun van het provinciebestuur
organiseerde de MAG (MotorCycle Action Group) en het Centrum voor Motorbeheersing
in Limburg gratis screeningdagen voor motorrijders. Zo konden de motorrijders
hun vaardigheden en stuurkunst in veilige omstandigheden uittesten. Indien
nodig werden de testkandidaten aangemoedigd om een (bijkomende) cursus
te volgen. De rovincie Waals-Brabant biedt haar inwoners een financiële
tegemoetkoming voor een motoropleiding. De hoge kostprijs (terrein,individuele
begeleiding, 80 à 125 euro.) schrikt vooral jonge motorrijders
af. Oveiligheid zou echter geen prijs mogen staan. Deze screenings - en
opleidingsmogelijkheden zijn van levensbelang. Zonder een volledige beheersing
van de motor bestaat de kans dat de bestuurder in een noodsituatie verkeerd
reageert.
De opleiding om te slagen voor het rijexamen is vaak te beperkt. De houders
van een rijbewijs van vóór 1989 kunnen zelfs zonder examen
of rijvaardigheidstest op eender welke motor kruipen. Aan veilig motorrijden
gaat een cursus vooraf. We hebben lievergeen experimenten op de openbare
weg. In het geval van zelfstudie bestaat het risico dat men zichzelf verkeerde
reflexen aanleert.
|
|
Kort samengevat zijn dit de noden van motorrijders:
- meer aandacht voor de kwaliteit van het wegdek
- aangepaste parkeervoorzieningen en diefstalpreventie
- de kans op zware letsels bij ongevallen verminderen
- ondersteuning van (voortgezette) opleidingen
- alle weggebruikers wijzen op de aanwezigheid van tweewielers in
het verkeer en beklemtonen dat ze een belangrijke bijdrage leveren
aan de mobiliteit en het milieu!
|
|
|
Stijn VANCUYCK
Adviseur Motor en Fiets
|
|