Vous êtes ici ›Home› Dossiers
AUTOFISCALITEIT : EEN STAND VAN ZAKEN
De vorming en de aanstelling van de nieuwe regering wekt de hoop dat de dossiers betreffende de herziening van de autofiscaliteit eindelijk resultaten zullen opleveren. Daarom wil FEBIAC een stand van zaken opmaken over de situatie in België en de buurlanden. Tegelijkertijd herinnert FEBIAC de nieuwe bestuurders aan haar verzoek om het systeem van de autobelastingen in ons land volledig te herzien.Vaststelling
De automobielsector is uitermate bezorgd over het ontbreken van beslissingen betreffende de autofiscaliteit. België moet, in navolging van de meeste Europese landen, tot actie overgaan.
Onder andere omdat onze automobielindustrie, die 97% van haar productie uitvoert, ten volle geniet van de beslissingen tot verjonging van de buitenlandse autoparken en bijgevolg van de heropbloei van de economie.
Maar ook omdat de veroudering van het Belgische autopark in de afgelopen vijf jaar op onrustwekkende manier is toegenomen, meer bepaald sinds de invoering van de BIV (in juni 1992). Dit verschijnsel liet zich vooral voelen tussen 1994 en 1997.
Het huidige fiscale systeem in België werkt in de verkeerde richting : de BIV toegepast op nieuwe auto’s ontmoedigt de aankoop ervan, terwijl de BIV op tweedehandsauto’s de aankoop aanmoedigt van de oudste (en dus meest vervuilende) auto’s, vermits deze belasting degressief vermindert met 10% per levensjaar van het voertuig. Deze ongelijkheid van belasting tussen nieuwe en tweedehandsauto’s leidt trouwens tot perverse effecten, zoals bv. de belastingontwijking voor wagens uit de 'hogere prijsklasse'.
Op 1 januari 1999 beantwoordde 49,5% van het Belgische autopark niet aan - EURO 1 - de minst strenge emissienormen die werden opgelegd aan nieuwe auto’s sinds 1 januari 1993.
Oplossingen
Overal in Europa wordt erkend dat er maatregelen nodig zijn ter verbetering van de kwaliteit van de lucht. Eén van de oorzaken van de vervuiling is de auto; het is dan ook aangewezen om, in navolging van andere Europese landen, de minst vervuilende technologieën (en tegelijk de meest geavanceerde op het vlak van de verkeersveiligheid) aan te moedigen door de verjonging van het verouderende autopark te stimuleren en tegelijk de socio-economische situatie van de sector te verbeteren.
Hiervoor bestaan twee mogelijkheden :
- gerichte maatregel : premies bij de aankoop van een nieuw voertuig;
- structurele maatregel : permanent promoten van nieuwe voertuigen en recente tweedehandsvoertuigen.
FEBIAC is duidelijk voorstander van structurele maatregelen en dit om de reeds dikwijls aangehaalde redenen.
De instandhouding van de huidige belasting zet de eigenaars van de oudste voertuigen aan om ze nog langer te houden, en erger nog, stimuleert de aankoop ervan gezien hun aanzienlijke waardedaling op korte en middellange termijn in West-Europa. Het argument dat deze oude voertuigen weinig rijden, is ongetwijfeld juist. Dit neemt echter niet weg dat er qua vervuiling tussen voertuigen van vóór ‘93 (EURO 0) en deze van nà ‘93 (EURO 1) een daling werd waargenomen van vervuilende substanties met maar liefst 90% ! Het gaat hier dus duidelijk over een probleem van algemeen belang dat door landen zoals Duitsland en Zweden boven het individuele belang van de eigenaars van oude, vervuilende auto’s werd geplaatst.
De opeenvolgende normen (EURO 1, 1993; EURO 2, 1997; EURO 3, 2000; EURO 4, 2005) laten een ideaal pro-actief beleid toe voor het permanent stimuleren van de verjonging van het autopark, dit via het omvormen van de taks (verkeersbelasting) in een 'extra milieubelasting' of een 'milieupremie'(naar Duits voorbeeld). Het Duitse systeem bestraft tamelijk zwaar (in sommige gevallen door een verdubbeling van de jaarlijkse verkeersbelasting) de oudste en dus meest vervuilende voertuigen en moedigt de aankoop van nieuwe of recente tweedehandsauto’s aan. De evolutie in de tijd maakt het mogelijk om de toekomstige normen mee in rekening te brengen. Dit systeem laat bijgevolg een progressieve verjonging van het autopark toe, zonder 'schokeffect' op de markt dankzij de natuurlijke verwijdering van de oudste auto’s.
Ook Frankrijk heeft zijn belastingsysteem voor de nieuwe auto’s, ingeschreven vanaf 1 juli 1998, gewijzigd. Het houdt enerzijds rekening met het werkelijke vermogen van het voertuig (kW) en anderzijds, met het oog op het instellen van een belasting gebaseerd op de lagere vervuilingsgraad, met de emissies van koolzuurgas (CO).
Bovendien moet worden gewezen op de groei van de consumptie en op de positieve gevolgen voor de werkgelegenheid van dergelijke maatregelen. In dit verband zou het wenselijk zijn, zonder het politieke evenwicht uit het oog te verliezen, om rekening te houden met het feit dat de werkgelegenheid, de rendabiliteit van de ondernemingen en de Staatsinkomsten niet alleen afhankelijk zijn van het aantal verkochte voertuigen, maar vooral van een goede verdeling volgens de verschillende 'categorieën'(product-mix). Een te hoge belasting op auto’s met middelgrote en grote cilinderinhoud heeft, vanuit dit standpunt bekeken, een averechts effect.
De hervorming van de autobelasting is een wezenlijk deel van een nieuwe filosofie, die gericht is op een meer verantwoord gebruik van de auto, wat zowel gunstig is voor de verbetering van de mobiliteit als voor het behoud van het milieu. De wijzigingen moeten gaan in de richting van een variabilisering van de autokosten : dit houdt een verschuiving in van de vaste belastingen op de aankoop (BIV) en op het bezit naar variabele belastingen berekend op basis van nauwkeurige criteria, in het bijzonder milieucriteria. Dit alles dient wel te gebeuren in een globaal budget-neutrale context.
Ter herinnering : vergelijking van de autobelasting in de buurlanden
De tabel hieronder geeft de vergelijking weer van de belasting bij de aankoop (BTW, bijzondere taksen, inschrijvingskosten) van een nieuwe auto in de buurlanden van België. Ook de belastingen verbonden met het autobezit en -gebruik (brandstoffen uitgezonderd) staan erin vermeld.
|
|
Taksen
op de aankoop
|
Taksen
op het bezit
|
Taksen op het gebruik
|
Technische keuring
|
Andere
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
LAND
|
BTW
|
Bijzondere
taksen
|
Inschrijvingskosten
|
Verkeersbelasting
|
Belasting
op de verzekeringen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
BELGIË
|
21%
|
BIV: gebaseerd op de fiscale PK (cil.) of de kW. Van 2.500
tot 200.000 BEF voor een nieuwe auto.
|
2.500 BEF
(62 €)
|
Gebaseerd op de cilinderinhoud en de brandstof.
(diesel: 1,5 tot 2-maal duurder)
Supplement LPG (3.600 tot 8.400 BEF).
Vb.: benzine: 9 PK: 7.484 BEF; diesel: 9 PK: 10.886 BEF.
|
27% op de “BA”-premie
26,75% op de “omnium”-premies
|
Vanaf het 5de jaar: 1.100 tot 1.330 BEF
|
Belasting autoradio: 1.104 BEF
(27,4
€)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
LUXEMBURG
|
15%
|
-
|
666 LUF
(16,5
€)
|
Gebaseerd op de cilinderinhoud
150 tot 13.600 LUF
|
4% op de premies
|
Vanaf 3,5 jaar 435 tot 550 LUF
|
-
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
FRANKRIJK
|
20,6%
|
-
|
102-195 FRF
|
Gebaseerd op de cilinderinhoud en voor de nieuwe auto’s vanaf 1/7/98 op
de kW en CO2-emissies (“vignet”).
|
33,5% op de “BA”-premie
|
|
-
|
|
|
|
|
(15,5-29,7
€)
|
Variabel per departement.
Vermindering van 50% voor voertuigen van meer dan 5 jaar.
|
18% op de “omnium”-premies
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
PAYS-BAS
|
17,5%
|
BPM (Belasting Personenauto’s Motorrijwielen):
Benzine:
45,2% * prijs ZT - 3.394 NLG
Diesel:
45,2% * prijs ZT - 1.278 NLG
|
90 NLG
(40,8 €)
|
Gebaseerd op het gewicht en het soort brandstof.
Variabel per provincie.
|
7% op
de premies
|
Voertuigen van meer dan 3 jaar.
|
-
|
|
Bij het bestuderen van deze vergelijkende tabel stellen we onmiddellijk vast dat België niet alleen het hoogste BTW-tarief hanteert, maar ook het enige land is (naast Nederland) dat een bijzondere belasting oplegt bij de aankoop van een nieuwe auto : de BIV. De kosten voor het verkrijgen van een nummerplaat zijn ook in ons land het hoogst.
Voor wat betreft de belasting op het autobezit, stellen we vast dat onze verkeersbelasting, in vergelijking met de buurlanden, zeer hoog ligt, vooral dan voor dieselauto’s.
De taks op de verzekeringen situeert zich - naast de Belgische 'BA'-premies die de reputatie hebben bij de hoogste van Europa te behoren - eveneens op een niveau dat ons zeker niet wordt benijd door onze buren.
We zijn trouwens ook de enigen die een belasting heffen op het bezit van een radio in een voertuig.
Besluit
Het fiscale systeem toegepast op de auto in België heeft zijn tijd gehad.
Er is nood aan een diepgaande en doordachte herziening die rekening houdt met nieuwe interne (Belgische) doelstellingen ter verbetering van de mobiliteit en de verkeersveiligheid enerzijds, en met externe (Europese) doelstellingen zoals de bescherming van het milieu, anderzijds.
FEBIAC heeft vertrouwen in de aandacht die onze nieuwe bestuurders zullen willen besteden aan dit onderwerp. Zij stelt voor om op een constructieve manier met hen samen te werken aan de uitwerking van een efficiënte autofiscaliteit die voldoet aan de verwachtingen van onze maatschappij.