Vous êtes ici ›Home› Dossiers
CARS 21: DE CONCURRENTIEPOSITIE VAN DE EUROPESE AUTOMOBIELSECTOR VERSTERKEN (MEI 2006)
Op 12 december van verleden jaar heeft de werkgroep CARS 21, na een jaar van intensief werk, zijn finaal rapport ingediend. CARS 21, of voluit High Level Group for a Competitive Automotive Regulatory System for the 21ste Century, is een origineel en belangrijk initiatief van de Europese Commissie dat zich buigt over de competitiviteit van de Europese automobielindustrie. Ik geef u graag mijn visie op de aanbevelingen uit het finale rapport.
Op 12 december van verleden jaar heeft de werkgroep CARS 21, na een jaar van
intensief werk, zijn finaal rapport ingediend. CARS 21, of voluit High Level
Group for a Competitive Automotive Regulatory System for the 21ste Century,
is een origineel en belangrijk initiatief van de Europese Commissie dat zich
buigt over de competitiviteit van de Europese automobielindustrie. Ik geef u
graag mijn visie op de aanbevelingen uit het finale rapport.
Het doel van de denktank CARS 21 was het formuleren van aanbevelingen die de
competitiviteit van onze Europese automobielindustrie ondersteunen, het wetgevende
kader verbeteren, R&D en innovatie stimuleren én tegelijk ook steeds
veiligere en schonere wagens kunnen aanbieden. Dit debat rond de slagkracht
en concurrentiepositie van de autosector past in de ‘Lissabon-strategie’.
CARS 21 is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie, de
Lidstaten, de automobielindustrie (constructeurs én federaties) en NGO’s.
De inhoud van het eindrapport is tot 4 hoofdlijnen terug te brengen.
1. Vereenvoudiging én verbetering van de reglementering
Reglementering moet ook een middel zijn om de competitiviteit te verhogen, daar
is de werkgroep het over eens. Daarom beveelt hij aan om twee kerndossiers prioritair
aan te pakken. Van de ene kant de harmonisering van de regelgeving op internationaal
niveau en anderzijds door een systematisering van impact assesments en consultatie
van alle betrokken partijen voorafgaand aan elke reglementering. Het rapport
erkent tevens het belang van een voorspelbaarheid of voorzienbaarheid van de
reglementering en dus van een voldoende invoeringstermijn.
2. Een geïntegreerde aanpak betreffende milieuzorg en verkeersveiligheid
Een geïntegreerde aanpak staat synoniem met het betrekken van verschillende
actoren bij het oplossen van een probleem. Het gaat hem met ander woorden om
het samenbrengen van de verantwoordelijkheden eerder dan om ze tegen elkaar
uit te spelen. Specifiek op het gebied van milieuzorg streeft een geïntegreerde
aanpak ernaar om autobouwers, olieproducenten, automobilisten en overheden dezelfde
gemeenschappelijke doelstellingen te doen nastreven. Dat garandeert veel betere
resultaten dan de autosector alleen op te leggen de CO2-reductie te verwezenlijken.
Dan kan immers niet alleen ingespeeld worden op de verbetering van de voertuigtechnologie;
er kan ook gezorgd worden voor CO2-neutrale brandstoffen, een gedragswijziging
bij de consument, een doeltreffend mobiliteitsbeleid dat files helpt te vermijden
enzomeer. Hetzelfde geldt in het domein van de verkeersveiligheid. Een geïntegreerde
aanpak doet vanzelfsprekend een beroep op de technologie van de voertuigen maar
ook op de vorming en voorlichting van de weggebruiker én de verbetering
van de weginfrastructuur.
3. Verbetering tot de toegang van vreemde markten en bescherming van
intellectuele eigendom
CARS 21 herhaalt de noodzaak om de objectieven van de DDA (Doha Development
Agenda) na te komen: verbetering van de competitiviteit en de toegang tot vreemde
markten door een vermindering van de douanetarieven en het uit de weg ruimen
van niet-tarifaire obstakels. De werkgroep CARS 21 vraagt tevens een grotere
harmonisatie op wereldvlak van de technische reglementeringen, eveneens om obstakels
tussen de verschillende markten weg te nemen. Tot slot wordt veel aandacht besteed
aan de promotie en de versterking van de rechten op intellectuele eigendom,
met een bijzondere aandacht voor de Chinese markt.
4. Research and development en innovatie
CARS 21 beveelt een versterking aan van de inspanningen op het vlak van R&D
in het bijzonder wat betreft het ontwikkelen van nog schonere voertuigen en
intelligente voertuigen. Ook het punt van de publiek-private samenwerking wat
betreft R&D krijgt een specifieke vermelding.
Conclusie en next steps
De belangrijkste bijdrage van de denktank CARS 21 voor de automobielsector ligt
zonder twijfel in het aannemen van een geïntegreerde aanpak van de milieuproblematiek
en de verkeersveiligheid. Het wordt vanaf nu erkend dat de reductie van de CO2-uitstoot
niet enkel gedragen kan worden door de autosector maar dat de verantwoordelijkheid
gedeeld wordt onder alle betrokken partijen: industrie, overheden en verenigingen.
Net zo essentieel zijn het erkennen van de nood aan harmonisatie van de regelgeving
en het voorspelbaar maken van evoluties in de regelgeving. Dit impliceert het
respecteren van realistische overgangstermijnen en lead times.
In België wordt hier spijtig genoeg soms zeer vrij en lichtzinnig mee
omgesprongen, denken we bijvoorbeeld aan het herhaald anticiperen op regelgeving
die op Europees niveau werd ingeschaald. Vandaag is er zo onder meer het dossier
EURO 5 waarin België niet de intentie lijkt te hebben zich te willen aligneren
met de Europese timing en condities. FEBIAC maakt zich daarover grote zorgen.
Voor de zomer nog moet de Europese Commissie de aanbevelingen uit het rapport
overmaken aan het Parlement en de Raad. Dit bij middel van een officiële
communicatie met het oog op het verkrijgen van de steun van deze twee instituties
die mee de beslissing sturen. Hoe dan ook is de publicatie van het eindrapport
van CARS 21 niet zozeer het einde van een denkproces dan wel het begin van een
volgehouden inspanning. Een inspanning die tot doel heeft zich er van te verzekeren
dat de automobielindustrie over afzienbare tijd kan beschikken over een wetgevend
kader dat zijn competitiviteit ondersteund.